Voorzieningen

Op verzoek van gemeenten onderzoekt de GGD burgers die voor bepaalde voorzieningen in aanmerking willen komen:

Woon- en vervoersvoorzieningen

Woon- en vervoersvoorzieningen

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met een beperking goede en betaalbare voorzieningen krijgen. Deze voorzieningen moeten ervoor zorgen dat deze mensen zo goed mogelijk kunnen deelnemen aan de samenleving. De geadviseerde voorziening moet een oplossing bieden voor specifieke woon- of vervoersproblemen.

Gehandicaptenparkeerkaart

Gehandicaptenparkeerkaart

De gehandicaptenparkeerkaart is bedoeld voor mensen met een functiebeperking die gebruik maken van een auto of een gehandicaptenvoertuig. De kaart wordt afgegeven voor een periode van vijf jaar. Een medisch onderzoek is een verplicht onderdeel van de aanvraagprocedure, tenzij uit eerder onderzoek blijkt dat men inderdaad aan de criteria voldoet.

Leerlingenvervoer

Leerlingenvervoer

Als een kind niet zelfstandig naar school kan, bijvoorbeeld  door ziekte, een handicap of gedragsproblemen, kan men aanspraak maken op leerlingenvervoer. Soms kan een kind hier ook gebruik van maken omdat de school ver weg is. De gemeente beslist of een kind recht heeft op leerlingenvervoer.

Bijzondere bijstand

Bijzondere bijstand

Bijzondere bijstand is een vergoeding voor noodzakelijke uitgaven die men door bijzondere omstandigheden niet zelf kan betalen. Bijvoorbeeld extra kosten door ziekte of een bijdrage voor de contributie van een sportvereniging van schoolgaande kinderen. Ook ouderen met een klein pensioen kunnen in sommige gevallen aanspraak maken op bijzondere bijstand. De voorwaarden voor bijzondere bijstand verschillen per gemeente.

Arbeidsgeschiktheid

Arbeidsgeschiktheid

Een arbeidsgeschiktheidskeuring in het kader van de participatiewet, is gericht op de mogelijkheden van de cliënt en niet op zijn beperkingen. De GGD geeft in haar advisering aan welke mogelijkheden de cliënt nog heeft en voor welk(e) traject(en) hij of zij in aanmerking zou kunnen komen.

Vrijstelling leerplicht

Vrijstelling leerplicht

De leerplichtwet zorgt ervoor dat ieder kind, van 5 tot 18 jaar, naar school gaat en op een school staat ingeschreven. Soms kunnen kinderen worden vrijgesteld van leerplicht.
Dit kan om een aantal redenen, bijvoorbeeld omdat het kind op een school in het buitenland zit of omdat het kind door lichamelijke of psychische redenen niet in staat is om via een school onderwijs te volgen. De leerplichtambtenaar van de gemeente beoordeelt de aanvraag voor vrijstelling.