Veelgestelde vragen

In de bijsluiters van vaccins vind je alle stoffen die in een vaccin kunnen zitten. De instanties die het vaccin goedkeuren in Europa en Nederland zorgen ervoor dat alle bestanddelen veilig zijn. Verder houden ze toezicht op de productiefaciliteiten bij de fabrikant. Ook afgewerkte vaccins worden na productie continu getest op zuiverheid, werkzaamheid en veiligheid. De hoeveelheden van gebruikte stoffen in vaccins zijn zo laag dat ze geen schade kunnen veroorzaken. Ze zijn al jarenlang veilig gebruikt bij miljoenen mensen.

Veel vaccins bevatten aluminium, omdat het als adjuvans nodig is om het vaccin te laten werken. Deze hoeveelheid aluminium is slechts een tiende van de dagelijkse hoeveelheid die we dagelijks binnenkrijgen. Aluminium zit namelijk overal; in de lucht, de bodem, water en in onze voeding. Hoewel te veel aluminium in het lichaam schadelijk kan zijn, is de dagelijkse hoeveelheid waaraan we blootgesteld worden ruim onder de veilige grenswaarde. Dit is bevestigd door het RIVM. In de bijna 100 jaar dat aluminium in vaccins gebruikt wordt, heeft nog geen enkele goed uitgevoerde studie een schadelijk effect kunnen aantonen.

Formaldehyde wordt in geïnactiveerde vaccins gebruikt om virussen en bacteriën ongevaarlijk te maken. En soms wordt het als bewaarmiddel gebruikt. Deze hoeveelheid is heel klein en veel minder dan de hoeveelheid waaraan we dagelijks aan blootgesteld worden. Ons lichaam maakt zelf ook formaldehyde aan, en het zit van nature in groenten en fruit. Ter vergelijking: als je een peer eet, krijg je minstens 18 keer meer formaldehyde binnen dan via een vaccin. Een pasgeboren baby heeft al minstens 50 keer zoveel formaldehyde in het lichaam dan in een vaccin zit. Hoewel formaldehyde in hoge doses en bij langdurige inademing kankerverwekkend kan zijn, is de kleine hoeveelheid in vaccins via injectie niet schadelijk.

Thiomersal werd vroeger als bewaarmiddel in sommige vaccins gebruikt. Het bevat ethylkwik, een vorm van kwik die niet schadelijk is voor het lichaam. Deze stof lost goed op en verlaat het lichaam snel via de ontlasting. Sinds eind jaren '80 ontstond er onterecht bezorgdheid over thiomersal. Sommige mensen dachten dat het autisme kon veroorzaken (na bof-mazelen-rubella vaccin), maar dit is nooit bewezen. Omdat gezondheidsautoriteiten in de V.S. en in Europa vaststelden dat ouders toch het vertrouwen in BMR-vaccins verloren door thiomersal, wordt het al jaren bijna niet meer in vaccins gebruikt. In het standaard Nederlands Rijksvaccinatieprogramma zit geen enkel vaccin meer met thiomersal. De zorgen over kwik in vaccins hebben vaak te maken met methylkwik. Deze schadelijke vorm van kwik zit niet in vaccins, maar stapelt zich wel op in mens en dier, vooral in zeevis, door milieuverontreiniging.