U bevindt zich op:ProfessionalsTrendbreuk, GALA & IZAVerhalen GALA & IZA

Verhalen over GALA & IZA

Bij de uitvoering van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Integraal Zorgakkoord (IZA) in Zuid-Limburg zijn vele partijen nodig. Er is geen beproefd recept voor de grote beweging die we samen gaan maken op het gebied van preventie, gezondheid en zorg.

Op deze pagina delen we verhalen van betrokkenen. Hoe kijken zij naar het traject en wat zijn hun ervaringen?

Daan Westra, Universiteit Maastricht

Daan Westra, Universiteit Maastricht

11 januari 2024


“De situatie is net zo urgent als tijdens de Covid-19 pandemie”


Doe eens een gokje: Hoe vaak komt het woord samenwerking voor in het Integraal Zorgakkoord (IZA)? Meer dan 200 keer! In het GALA, IZA en WOZO samen staat het 391 keer. Het moge duidelijk zijn: samenwerking wordt gezien als een belangrijk middel om de doelen uit deze akkoorden te bereiken. Er wordt natuurlijk al samengewerkt op het gebied van gezondheid, zorg en welzijn. In GALA en IZA gaat het met name om domeinoverstijgende, regionale samenwerking. Hoe doe je dat? We vroegen het aan Daan Westra, universitair docent Organisatie van de zorg aan de Universiteit Maastricht.

We móeten wel

Het Zuid-Limburgse regiobeeld laat zien dat we hier met grote en complexe vraagstukken te maken hebben: de hardnekkige gezondheidsachterstand ten opzichte van Nederland, grote gezondheidsverschillen tussen buurten en wijken, hoge zorgkosten, tekorten op de arbeidsmarkt. Ga er maar aan staan. Daan: “Geen enkele organisatie kan dit alleen oplossen. We móeten wel samenwerken. En dat gebeurt ook, onder meer in netwerken. Laat dat nou de meest ingewikkelde organisatievorm zijn die we kennen. Eenvoudig is het dus niet, maar als je het goed doet, valt er veel te winnen.”

Steeds dezelfde mensen

Er wordt in Zuid-Limburg al ontzettend veel samengewerkt. In de samenwerkingsverkenner die RosRobuust recent heeft gebouwd om netwerken op het gebied van zorg en welzijn te inventariseren, zijn in Zuid-Limburg meer dan 50 netwerken geregistreerd. Het topje van de ijsberg, denkt Daan, want alleen de netwerken die actief zijn gemeld, zijn hierin meegenomen. Maar meer is niet altijd beter. De vraag is of al die netwerken effectief zijn. “‘Ik kom steeds dezelfde mensen in die netwerken tegen’, hoor ik vaker terug. Het is goed kritisch te kijken of er voor elk thema een nieuwe overlegtafel georganiseerd moet worden. Kunnen we dit door slimme keuzes te maken beter organiseren?” Desalniettemin hebben we hier wat betreft samenwerking echt de goede energie te pakken, vindt Daan. “De jarenlange ervaring die we hebben met samenwerken geeft ons een mooie voorsprong in de leercurve die elk netwerk doormaakt. Ga eens in Zuid-Limburg kijken hoe ze het daar doen, wordt er elders vaak gezegd.” 

283 aandachtspunten

Uit de literatuur blijkt dat er 283 aspecten van belang zijn voor goede samenwerking in een netwerk. Ze gelden voor alle deelnemers. Desgevraagd noemt Daan een paar uitschieters. “Om te beginnen, zorg dat de juiste partijen aan tafel zitten. Ten tweede moet er een gedeelde ambitie met concrete doelen zijn. Ten derde is gedeeld leiderschap belangrijk. Partijen zijn samen eigenaar van het probleem en dus ook van de oplossingen. Ten vierde: Kijk goed wie er ondanks de gezamenlijke ambitie naar links gaat en wie naar rechts. Ga conflicten niet uit de weg, maar ga er op een constructieve manier mee om. Tot slot, en dit is volgens mij de allerbelangrijkste: stap over je eigen schaduw heen.” En dat is misschien ook wel het allermoeilijkste punt.

Onderschatte rol

Al zeggen deelnemers aan een netwerk dat ze het collectieve doel voorop stellen, ernaar kunnen handelen is iets anders. Zelfs als je de beste bedoelingen hebt. Want als je het collectieve doel voorop stelt, kan dat ten koste gaan van je eigen organisatie. Hoe vertel je als bestuurder aan je Raad van Toezicht bijvoorbeeld dat je een dienst die misschien wel 20 procent van je omzet uitmaakt niet meer gaat leveren? En hoe krijg je als deelnemer aan een netwerk je organisatie mee? Volgens Daan Westra wordt de rol die bestuurders/directeuren daarin hebben onderschat. Het is echt niet eenvoudig om iedereen mee te krijgen in zo’n transitie. 

Goede uitgangspositie

“Als het gevoel van urgentie groot is, blijken partijen samen in relatief korte tijd veel voor elkaar te kunnen krijgen. Kijk maar naar de Covid-19 pandemie. Daar heeft onze regio zich van haar beste kant laten zien. Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar wat dat betreft heeft Zuid-Limburg een goede uitgangspositie. Kijk je naar het regiobeeld, dan zie je dat alle seinen op rood staan. De situatie is net zo urgent als tijdens de Covid-19 pandemie. Niemand wil het zo ver laten komen dat mensen straks geen zorg kunnen krijgen. Of te laat of niet de juiste zorg.”

Toegepast onderzoek

Met dank aan de provinciale subsidie via LIME (LImburg MEet) gaat de Universiteit Maastricht de komende 2 jaar samenwerking via netwerken onder de loep nemen. Daan: “Wat zien we in de regio? Wie zit met wie aan tafel over welke thema’s? Kunnen we de bestaande netwerken stroomlijnen in plaats van weer een nieuwe overlegtafel starten? Hoe gaan netwerken effectief te werk? Met de uitkomsten kunnen we netwerken in Zuid-Limburg verder helpen.” Ondertussen staat de samenwerking rondom GALA en IZA niet stil. Zo wordt er een netwerkondersteuningsstructuur voor GALA IZA ingericht, die gericht is op het creëren van samenhang en executiekracht. Nóg een voorwaarde om als netwerk goed te kunnen functioneren.

Daphne Kagelmaker, gemeente Sittard-Geleen

Daphne Kagelmaker, gemeente Sittard-Geleen

6 september

 

“Ik zie GALA en IZA als stappen in een langjarig proces”

Daphne Kagelmaker is strategisch adviseur sociaal maatschappelijk domein bij de gemeente Sittard-Geleen. Ze is zowel bij GALA als IZA betrokken, onder meer doordat Sittard-Geleen IZA-mandaatgemeente is. “De uitdagingen in het Integraal Zorgakkoord zijn groter dan die in het Gezond en Actief Leven Akkoord.” Lees verder.

“De uitvoering van GALA in Zuid-Limburg loopt prima. Zowel wat betreft inhoud als proces. Dat komt omdat Zuid-Limburg al jaren flink investeert in gezondheid en preventie”, zegt Daphne. De Zuid-Limburgse gemeenten doen dat via hun eigen gezondheidsdienst, de GGD, en via het programma Trendbreuk waarbij behalve alle gemeenten nog veel meer partijen zijn aangehaakt. “We horen vaker terug in het land dat Zuid-Limburg hiermee vooroploopt. Wat we hier inmiddels hebben neergezet, gaan we versterken en verder uitbouwen. Bijvoorbeeld met de nieuwe GALA-thema’s Valpreventie en Welzijn op recept. Met de GALA-gelden betaalt het Rijk hier nu aan mee. Eigenlijk zijn in GALA een aantal bestaande regelingen samengevoegd.”
Zuid-Limburg is goed bezig, maar samenwerken kost de nodige tijd en energie. Er zijn veel overleggen, zo ervaart Daphne. Het ‘alleen ga je sneller, samen kom je verder’ zullen veel betrokkenen herkennen.

Groter speelveld

IZA is een heel ander verhaal, aldus Daphne. Ingewikkelder. Het speelveld is veel groter. Met het opleveren van het regiobeeld is de samenwerking tussen het zorg- en sociaal domein in het kader van IZA van start gegaan. “De kritische lezer van het regiobeeld zal denken: ‘dit wisten we al’. Het is informatie uit onder meer de GGD-gezondheidsmonitor. Is het zinvol om daar dan veel tijd en energie in te steken? Maar goed, het is een eis van het Rijk.”

Twijfels

De volgende stap in de uitvoering van IZA is een gedragen regioplan. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden. Hoe gaat dat verlopen? Dat wordt spannend. Wat gaat dit voor partijen betekenen? Daphne: “Even ongenuanceerd gezegd: Het doel van IZA is bezuinigen op de zorg door een beweging naar de voorkant te maken. Of dat de goede insteek is, daar heb ik mijn twijfels over. Zo vraag ik me af of inzet aan de voorkant inderdaad goedkoper is dan aan de achterkant. En hoe zit het met tekorten op de arbeidsmarkt? Die spelen niet enkel in de zorg. Zo’n verschuiving vraagt een fundamenteel andere kijk op de zorg en een cultuurverandering, zowel van organisaties als van inwoners. Daarin zullen we hen in moeten meenemen. Hoe we dat gaan aanpakken, zal een plek moeten krijgen in het regioplan. Want burgers zullen veranderingen in de zorg gaan ervaren.”

Andere visie op mens-zijn

Een andere aanpak is bijvoorbeeld nodig op het thema mentale gezondheid. De problematiek in Zuid-Limburg is groot. Veel inwoners kampen met mentale problemen. Daar moeten we als gemeenten in IZA iets mee, vindt Daphne. “De nadruk ligt nu op het individu en niet op het collectief. We zijn vooral gericht op diagnose en vervolgens op een behandeling. Met een andere kijk op zorg komen er meer opties in beeld. Bijvoorbeeld acceptatie en leren omgaan met een kwetsbaarheid. Dat is heel anders dan burgers nu gewend zijn.”

Tegenwoordig zijn er veel kinderen met een label, bijvoorbeeld ADD, weet Daphne. Zo’n label geeft recht op behandeling of op medicatie. “De vraag is of deze kinderen daar daadwerkelijk mee geholpen zijn. Moeten we niet naar een andere, bredere visie op het mens-zijn? Mentale gezondheid niet alleen vanuit zorg benaderen, maar ook vanuit andere domeinen, zoals het onderwijs. Zo wil minister Dijkgraaf van Onderwijs de prestatiedruk in het onderwijs aanpakken.

Na GALA en IZA

Terug naar het IZA-regioplan 2024-2026 dat eind van dit jaar opgeleverd moet worden. “Dat gaan we halen.” Maar met de uitvoering van GALA en IZA zijn we er nog niet, voorziet Daphne. “Ik zie GALA en IZA als stappen in een langjarig proces dat is begonnen met de decentralisaties in het sociaal domein in 2015. Na GALA en IZA zal er een vervolg nodig zijn.”

Arnout van Stokkom, Huisartsen Oostelijk Zuid-Limburg

Arnout van Stokkom, Huisartsen Oostelijk Zuid-Limburg

12 juli 2023

 

“In beweging door samen hardop na te denken”

Een handleiding voor een succesvolle regionale uitvoering van het Integraal Zorgakkoord bestaat niet, maar er zijn in Zuid-Limburg genoeg mensen die erover willen meedenken en er ideeën over hebben. Dat bleek wel bij de brede IZA-bijeenkomst van 21 juni jl. Eén van die mensen is Arnout van Stokkom, manager Innovatie & Projecten bij Huisartsen Oostelijk Zuid-Limburg (Huisartsen OZL). “Het belangrijkste woord in het regionale IZA-traject? Dat is zonder twijfel ‘dialoog’.”

De bijeenkomst van 21 juni liet een hoge en brede opkomst zien. Grote herkenning was er bij het gepresenteerde regiobeeld. “Maar dat wil nog niet zeggen dat we allemaal op één lijn zitten. Het urgentiebesef is er. De uitdagingen zijn helder, maar nog ‘hoog over’ geformuleerd. Er is ruimte voor eigen interpretatie van de uitdagingen.” Arnout bespeurt veel motivatie om tot een regioplan te komen, maar zegt ook: ”ik ben benieuwd hoe de gesprekken gaan verlopen als het over ambities en oplossingsrichtingen gaat. En over de vertaling daarvan naar individuele organisaties.“

Vraaggestuurd aanbod

Arnout nam deel aan de gesprekstafel ‘Er bestaan grote verschillen in gezondheid tussen sub-regio’s, gemeenten en wijken binnen gemeenten’. “Iedereen aan tafel herkende die verschillen. We waren het er ook snel over eens dat het dan niet zinvol is om een uniforme oplossing na te streven. Vanuit HuisartsenOZL zien wij veel in een aanpak op wijkniveau. Waar heeft een wijk behoefte aan? Dat kunnen bewoners en zorgprofessionals die er werken heel goed aangeven. Pas daar het zorgaanbod op aan. Dat is een andere benadering dan die nu vaak wordt gevolgd: het zorgaanbod van een organisatie is leidend. Dit is veelal ingegeven door financiering en regelgeving. De vraag is of die aanbodgestuurde benadering daadwerkelijk aansluit bij de behoefte van de burger.”

Waar ben je (niet) van?

GALA en IZA draaien om het versterken van de regionale samenwerking. Wat Arnout betreft hoeven de IZA-partners niet álles samen te doen. En niet alles hoeft op Zuid-Limburgse schaal te gebeuren. Samen optrekken is vooral van belang wanneer de primaire processen elkaar logischerwijs (kunnen) raken. “Maak als organisatie en professional keuzes: waar ben je van en waar ben je niet van? Over welke onderwerpen wil je meepraten? Ik vind dat je daar met een kritische blik naar mag kijken.” Uiteraard is het goed om alle GALA/IZA-partners op hoofdlijnen op de hoogte te houden van wat er allemaal gebeurt. Daarop is regie nodig. In de totstandkoming van het regiobeeld is daar een goede start mee gemaakt. Arnouts pleidooi: “Blijf de Zuid-Limburgse zorgprofessionals betrekken bij de plannen. De beoogde impact in de praktijk bereik je door gedragsverandering van burgers én professionals. Spoor elkaar aan om mee te doen. Laat als organisatie in het zorg-, welzijns- of sociaal domein zien dat je betrokken bent en wilt bijdragen: niks doen is geen optie.”

Belangen in balans

Bij een goede samenwerking is het belangrijk om de eigen doelen in lijn te brengen met de gezamenlijke ambitie. Als Zuid-Limburg straks een collectieve ambitie heeft, ben je dan als individuele organisatie bereid om daar je koers op aan te passen? En wellicht daarvoor iets in te leveren? Arnout: “Probeer een goede balans te vinden tussen het belang van je eigen organisatie en het belang van de regio. Wees je bewust van de impact van je keuzes hierin. Op je eigen organisatie maar ook op anderen: Houd rekening met elkaar. Dat wordt makkelijker als je elkaars perspectief kent en begrijpt. Het helpt om elkaar vragen te stellen als: Wanneer zijn wij en wanneer ben jij tevreden over het GALA- en/of IZA-traject?”

Echte gesprekken

De mogelijkheden binnen organisaties om de toegang tot de zorg voor de inwoners van Zuid-Limburg te behouden, zijn zo langzamerhand benut. Verdere verbetering is vooral te bereiken in versterking van de samenwerking tussen organisaties. Een belangrijk begrip daarin is transparantie. Hoe maak je zichtbaar wat je doet? Hoe zorgen we dat de processen beter op elkaar aansluiten? Hoe weten we als regio dat we het ‘goede’ doen? Dat zijn lastige vraagstukken. Nog lastiger wordt het als de ene partij wel richting ‘het goede’ beweegt, maar de andere partij dat niet lijkt te doen. “Als het moeilijk wordt, kies er dan juist voor om met elkaar in gesprek te gaan. Die aanpak volgt HuisartsenOZL in de eigen organisatie ook”, aldus Arnout. “Je mag kritisch zijn, maar lever niet alleen kritiek. Stel vragen. Kom ook met alternatieven of suggesties. Blijf hoe dan ook hardop nadenken en met elkaar praten. En dan bedoel ik een echt gesprek. Een dialoog bestaat niet alleen uit zenden. De uitdagingen waar we voor staan, zullen we samen moeten aanpakken.”

Thom Zeguers, gemeente Voerendaal

Thom Zeguers, gemeente Voerendaal

9 mei 2023


“We zijn geen praatclubje, we moeten vooral ook dóén”
 

Het geduld van Thom Zeguers wordt in het Zuid-Limburgse GALA-traject wel eens op de proef gesteld. Maar zegt de senior beleidsambtenaar en coördinator Maatschappelijke Ontwikkeling er gelijk bij: “Wat we in regionale samenwerking voor elkaar krijgen, lukt een kleinere gemeente als Voerendaal niet alleen.”

Het zal rond augustus 2022 zijn geweest dat hij voor het eerst hoorde over de grote beweging ‘naar de voorkant’ die Nederland gaat maken. Lang bleef onbekend wat het Rijk daarin nu precies van de gemeenten verwacht. Nu de akkoorden er liggen, is dat duidelijker. Het gaat om stevige samenwerking rondom preventie. “Samenwerking op dat gebied is er al in Zuid-Limburg via Trendbreuk. En die is goed. We maken nu een verbreding naar GALA”, zegt Thom die lid is van de werkgroep GALA en de werkgroep valpreventie, een van de thema’s uit GALA.

Dezelfde ambities

Vechtscheidingen, probleemjongeren, instroom in de jeugdzorg. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Ook Voerendaal heeft ermee te maken. Maar grootstedelijke  problematiek komt in Voerendaal en de Heuvellandgemeenten volgens Thom veel minder voor dan in bijvoorbeeld Brunssum of Heerlen. Hij wil maar zeggen, de gezondheidsachterstanden in Zuid-Limburg zijn groot, maar niet in alle gemeenten hetzelfde. “Ik ervaar dat de Zuid-Limburgse gemeenten dezelfde ambities hebben, de omvang van de opgave kan per gemeente verschillen.”

Meerwaarde

Maar terug naar een lokale aanpak is niet aan de orde. De meerwaarde van samenwerking staat in de Zuid-Limburgse gemeenten niet ter discussie, zo ervaart Thom. “We staan sterker als we dit samen doen, is het gevoel dat overheerst. Alle neuzen staan wat dat betreft dezelfde kant op. Al zijn er verschillen tussen gemeenten. Bijvoorbeeld tussen landelijke en verstedelijkte gemeenten en tussen grote en kleine gemeenten.”

Alleen ga je sneller

In een kleinere gemeente als Voerendaal zijn de lijnen kort, weet Thom. Besluitvorming kan vlot verlopen. Je kunt sneller handelen. Het regionaal organiseren van zaken gaat daarentegen langzamer en kost meer tijd. Het gaat ten koste van de slagkracht en vraagt geduld. Maar een kleinere gemeente heeft ook profijt van een regionale aanpak. “We kunnen onze inwoners iets bieden wat we anders niet zouden kunnen. Thom noemt als voorbeeld de ketenaanpak overgewicht. “We hebben in Voerendaal te weinig kinderen met overgewicht om massa te kunnen maken. De aanpak wordt dan te duur om lokaal te organiseren. In regionaal verband kan dat wél.” 

Nu concreter

De 16 gemeenten hebben inmiddels afgesproken welke GALA-thema’s ze regionaal oppakken en welke lokaal. Hoe dat verder gaat, is nog wat abstract. Thom ziet het graag snel concreter worden. “Overleggen gaan nog vaak over de processen en ondertussen loopt de tijd door. We zijn geen praatclubje, we moeten het hebben over de inhoud en vooral ook dóén. Daar mag wat mij betreft iets meer focus op komen te liggen. Laten we niet blijven afstemmen, maar dingen uitproberen in de praktijk.”