U bevindt zich op:ProfessionalsMilieu en gezondheidBinnenklimaat scholen

Binnenklimaat scholen

In klaslokalen is de lucht niet altijd even fris. Dat kan leiden tot gezondheidsklachten. Meestal zitten er relatief veel kinderen in een kleine ruimte en is de lucht binnen een half uur al verontreinigd. De ventilatie is vaak onvoldoende, om bijvoorbeeld tocht te vermijden. De lucht in klaslokalen kan ook te warm zijn, zeker als de zon er op schijnt.

Waarom is frisse lucht in de klas belangrijk?

Waarom is frisse lucht in de klas belangrijk?

Een goede kwaliteit van het binnenmilieu in scholen zorgt voor minder (school)verzuim van leerlingen en leerkrachten.

  • Kinderen leren beter, maken minder fouten en kunnen hun aandacht beter bij de les houden.
  • Kinderen en leerkrachten hebben minder snel last van hoofdpijn, vermoeidheid, slijmvliesirritatie, luchtweginfecties, astma, oogirritatie en verergering van allergieën.

Waardoor wordt het binnenmilieu ongezond?

Waardoor wordt het binnenmilieu ongezond?

De lucht in een lokaal raakt verontreinigd door uitdamping van vluchtige stoffen afkomstig van bijvoorbeeld vloerbedekking, gordijnen, beeldbuizen en gebruikte bouwmaterialen. Ook de geurstoffen en ziektekiemen van de personen die in het lokaal aanwezig zijn, zorgen voor een verontreiniging van de lucht.

Ventilatie zorgt voor frisse lucht

Ventilatie zorgt voor frisse lucht

GGD’en adviseren al langer over het belang van een goede ventilatie in scholen. Ook op scholen die voldoen aan het bouwbesluit kan de ventilatie vaak verder worden verbeterd. De manier waarop dat zou kunnen hangt vaak af van de situatie in het schoolgebouw. Voor meer informatie hiervoor verwijzen we naar de handleiding binnenmilieuscan basisscholen. Daarin zijn adviezen en links naar meer informatie te vinden.

De ventilatie eisen in het bouwbesluit zijn minimumeisen. Meer ventileren dan volgens het bouwbesluit nodig is zorgt voor een betere kwaliteit van de binnenlucht. De GGD kan scholen helpen om de ventilatie te optimaliseren wanneer verbeteringen worden overwogen. Dat zal vaak aan de hand van de ‘Frisse Scholen’ aanpak gebeuren. Ook in de LCHV richtlijn binnen- en buitenmilieu voor basisscholen zijn tips te vinden. Verdere adviezen rond ventilatie zijn te vinden in het kwaliteitskader huisvesting onderwijs: www.ruimte-ok.nl/programmas/kwaliteitskader-huisvesting.

Wat kan een school zelf doen?

Scholen met een mechanisch ventilatiesysteem: Scholen die willen laten onderzoeken of hun gebouw voldoet aan de eisen in het bouwbesluit kunnen daarvoor contact zoeken met een installatie adviesbureau. Zo’n bureau kan uitsluitsel geven over het juist functioneren van het ventilatiesysteem. In de loop der jaren raken dit soort systemen verouderd, en kan het opnieuw instellen of schoonmaken ervoor zorgen dat de ventilatie aanzienlijk verbetert.

Scholen met alleen natuurlijke ventilatie: Scholen met alleen natuurlijke ventilatie (alleen ramen die opengezet kunnen worden) zouden kunnen overwegen om CO2-meters aan te schaffen om daarmee per lokaal een indicatie te krijgen of er ramen opengezet moeten worden teneinde de ventilatie te verbeteren. Er bestaan ook zogenaamde stoplichtmeters, die specifiek voor dit doel zijn gemaakt.

Wat kan de GGD doen?

De GGD controleert schoolgebouwen niet en kan niet onderzoeken of ventilatie in een school voldoet aan het bouwbesluit. Daarvoor zijn de eigenaars van de schoolgebouwen zelf verantwoordelijk. Installatie adviesbureaus of bouwkundigen kunnen door hen ingehuurd worden om onderzoek te doen naar de capaciteit van het ventilatiesysteem.

Als de ventilatiecapaciteit in een schoolgebouw niet voldoet aan de in het bouwbesluit gestelde eisen kan de GGD weliswaar meedenken over de mogelijke opties, maar ook dan zal de GGD zelf geen onderzoek aan het gebouw doen. De gebouweigenaar zal samen met een door hem ingehuurde installatie-adviseur het beste de technische opties op een rijtje kunnen zetten.

GGD onderzoekt en adviseert scholen

GGD onderzoekt en adviseert scholen

De GGD doet op scholen onderzoek naar het binnenmilieu. Het onderzoek is vooral gericht op:

  • de aanwezigheid van ventilatievoorzieningen
  • de praktische bruikbaarheid daarvan in de winterperiode
  • de aanwezige voorzieningen om de temperatuur binnen de gestelde grenzen te houden
  • bepaalde inrichtingsaspecten, zoals vloerbedekking en kasten
  • de schoonmaak

Om de luchtkwaliteit te verbeteren, moeten de schoollokalen voldoende worden geventileerd en schoongemaakt. Soms zijn er (technische) aanpassingen aan het schoolgebouw nodig, bijvoorbeeld extra ramen of andere zonwering. De GGD vindt het belangrijk dat scholen hier aandacht aan besteden.

In een ventilatie-advies op maat wordt voor docenten aangegeven hoe ze de ramen in hun lokaal het beste kunnen gebruiken. Ook kan de GGD in een gesprek met de school en de installateur bekijken welke verbeteringen mogelijk zijn voor de mechanische ventilatie.

Hoe zorgt u voor een goed klimaat in de klas?

Hoe zorgt u voor een goed klimaat in de klas?

Het vignet Gezonde School is een erkenning voor scholen die structureel werken aan het verbeteren van de gezondheid van leerlingen. Scholen kunnen zich hierbij richten op één of meer thema’s, waaronder het certificaat Milieu & Natuur. Het thema milieu gaat over de wijze waarop school aandacht besteedt aan het milieu in en rondom het schoolgebouw. Het (binnen)milieu in de school betreft onderwerpen als ventilatie, geluid, geur en stoffigheid.

 

Ervaringen van andere scholen

Ervaringen van andere scholen

Een groot aantal scholen in Zuid-Limburg (primair- en voortgezet onderwijs) werkt al volgens de Gezonde School-aanpak. Als u interesse heeft, brengen we u in contact met een van deze scholen.

Bel of mail ons  Contact